Na de eerste week stage waren we toe aan een weekendje ertussenuit. Impulsief besloten we om de koloniale stad Léon te bezoeken. Zonder enige voorbereiding sprongen we zaterdagochtend vol goede moed de bus op. Deze bleef naar Nicaraguaanse gewoonte staan tot elke mogelijke plaats bezet was. Zo bleven we anderhalf uur wachten voor we effectief vertrokken. In Léon aangekomen werden we overweldigd door de enorme drukte die er heerste in de kleine marktstraten rond de busterminal. In een “taxi en bicicleta” werden we naar het centrum gereden. Aangekomen in het centrum van Léon gingen we op zoek naar een hostel dat nog plaats vrij had voor drie personen. Daar werden we voor het eerste geconfronteerd met het feit dat we hals over kop vertrokken waren. Bij de check-in bleek dat Laurane en Charlot hun paspoort niet bij hadden en dit was noodzakelijk bij de administratie. Even leek het er op te lijken dat we de nacht op straat zouden doorbrengen. Maar na het inroepen van een hulplijn in België lukte het hen uiteindelijk om een kopie van het paspoort vast te krijgen.
Eenmaal geïnstalleerd, besloten we om de stad te gaan verkennen. Na even rondlopen in de stad, hadden we genoeg gezien en namen we de bus naar la playa Las Peñitas om ons af te koelen. We keken er naar de zonsondergang met een cocktail in de hand. Een betere ontspanning konden we ons niet inbeelden! Tegen de avond keerden we terug naar de stad om nog een glimp van een plaatselijk festival op te vangen. De volgende ochtend boekten we een trip naar Cerro Negro die nog geen 10 minuten later aanving. Het was een uur omhoog stappen met ons board op onze rug om er later op 1 minuut van af te glijden. Maar het was zeker de moeite waard want het zicht bovenop de vulkaan was adembenemend en de snelle afdaling gaf ons een zalig gevoel!